Geschiedenis

De theekoepel ligt in de buurtschap Spoolde, die tot ongeveer 1970 behoorde tot de gemeente Zwollerkerspel. (Zie desgewenst de aparte routebeschrijving)

Hoe lang de plaats van de theekoepel al bebouwd is weten we niet precies. Wel weten we dat kort na het graven van de Willemsvaart in 1819 aan de landweg tussen Zwolle en de IJssel een erf lag met de naam “Agter de Berg”. Deze naam sloeg op de ligging achter de Spoolderberg. Dit toenmaals grote rivierduin was een historisch belangrijke heuvel, waar vanaf de Middeleeuwen politieke vergaderingen werden gehouden en waar bijvoorbeeld de landsheer werd ingehaald.

In 1826 komt er een zekere Gerrit Jan Thijssen naar “Agter de Berg”, om daar een boerderij annex herberg te exploiteren. Enkele jaren later begint Thijssen ter plaatse ook een ‘theetuin’. Tot de voorzieningen die daarvoor nodig waren behoort ook een theekoepel. En zo zien we op de eerste kadastrale kaart van Zwolle, uitgegeven 1832, een apart perceel naast de boerderij aangeduid als ‘berg met koepel tot vermaak’.

Gerrit Jan Thijssen heeft een fijne neus voor nieuwe mogelijkheden en zo wordt in het weiland naast de theetuin een speeltuin aangelegd, om het geheel aantrekkelijker te maken voor gezinnen met kinderen. Bovendien bouwt hij als extra attractie langs de Willemsvaart nog een (aan één kant open) theekoepel; daar kon je kijken naar langsvarende schepen, zoals ook iedere avond de nachtboot op Amsterdam. Dit gebouwtje is ook nu nog aanwezig, als stal- en schuurruimte.

Met particulier initiatief wordt over de Willemsvaart een brug gebouwd in 1856, de Spoolderbergbrug, waardoor de weg naar de IJssel wordt verbeterd. De aanleg van de Ruiterlaan is dan een logisch gevolg. Uit die tijd stammen de ook de statige oude eiken langs de laan en de bomen op het bergje rond de theekoepel.
In de huidige tijd ligt er op dezelfde plaats nog steeds een brug, maar sinds 1930 is er een grotere nieuwe brug op een verhoogde weg, in de richting van de IJsselbrug.

De volgende generaties Thijssen dragen ook hun stenen bij aan verdere ontwikkeling van de theetuin.
In de jaren ’80 van de negentiende eeuw komt er nog een grote speelweide bij en ook komen er nog meer theekoepels. De uitspanning wordt een echte familietuin, er komen steeds meer mensen, vooral op zaterdag en zondag. Het is de tijd dat men ontdekt dat een beetje frisse lucht voor bewoners van de stad prettig is. Een echte attractie is, dat men in Theetuin Thijssen de lekkerste ‘dikke melk’ kan krijgen, een lekkernij van dik geworden melk (of zure room) met kaneel, beschuit en suiker.

De theekoepel op de heuvel heeft al die tijd een eigen plaats in het bedrijf. Schrijfster C.M. van Hille Gaerthé publiceert in haar boekje “Zwolse mijmeringen” een paar interessante alinea’s over de theekoepel in haar kindertijd:

            “Als er een partijtje was bestond er geen heerlijker verstopplaats dan in en achter de andere koepel die aan het einde van de speeltuin op een heuveltje lag. Maar je mocht er niet altijd komen. Soms stond bij de opgang naar de koepel een bordje Verboden Toegang. Volgens een vriendinnetje was er dan een partijtje voor oudere meneren. De koepel van Thijssen was in de zomer de plaats van samenkomst van ‘De Club’ die in de winter vergaderden in De Harmonie. De Club, opgericht in 1866, werd gevormd door een eerbiedwaardig gezelschap. Leden waren Zwollenaren van wie men verwachten kon dat ze iets te zeggen zouden hebben. Juristen zijn er lid van geweest, mannen uit de handelswereld, doktoren, leraren en predikanten. Het was een soort debatingclub, die actuele onderwerpen behandelde.”

De theekoepel op het heuveltje heeft zo bijgedragen aan de geschiedenis van Zwolle en, mede vanwege de aardige bouwkundige aspecten, is het ook gemeentemonument geworden.

De Theetuin Thijssen heeft ook (en misschien vooral wel) in de eerste dertig jaar van de twintigste eeuw nog een bloeiend bestaan geleid. De uitbaters hebben veel bijgedragen aan de Zwolse samenleving, onder meer omdat zij feestje en partijen wisten te organiseren en zelf op te luisteren met acteer- en dichtkunst.
Op de speelweide verschijnen doelpalen en zo verandert de speelweide in een heus voetbalveld. Diverse Zwolse voetbalclubs en zelfs een korfbalclub starten hier hun bestaan
Maar nadat de eerste IJsselbrug is geopend in 1930, waarvoor een andere weg naar de rivier wordt aangelegd, veranderen de tijden komt de theetuin wat buiten de route te liggen. Er is sprake van tanende belangstelling.
Bij de sluiting op 2 oktober 1937 wordt afscheid genomen van de theetuin. Honderden Zwollenaren verzamelen zich in de met lampions versierde tuin en de Spoolder muziekvereniging De Eendracht laat zich horen. De VVV-directeur biedt Thijssen een zilveren penning van verdiensten aan en in de pers wordt uitgebreid verslag gedaan.

Na 1937 wordt de plaats weer in hoofdzaak boerderij, in exploitatie van de familie Van den Berg, maar blijft nog wel in trek voor allerlei nevenactiviteiten. Zo is er een buitenmanege. En zijn er mensen die zich herinneren op dit erf Koninginnedag te hebben gevierd, waar men als kind met paard en wagen een dagje uit ging.
De theekoepel leidt een wat ‘sluimerend’ bestaan, als een soort buitenhuisje voor de zomerdag van enkele Zwolse gezinnen. Nu en dan groeit het heuveltje dicht en de koepel lijdt nogal aan gebrek aan periodiek onderhoud.

Vanaf 1997, wanneer de familie Sloet besluit om op het erf te gaan wonen, worden er plannen gemaakt om tot algehele restauratie over te gaan. Die is niet alleen nodig omdat er sprake is van zeer ernstige insectenvraat in het hout, maar ook omdat het aan alle vormen van comfort en voorzieningen ontbreekt. Na veel wikken en wegen wordt besloten om het gebouwtje te voorzien van elektriciteit en water, zodat het tenminste bruikbaar wordt. Een algehele restauratie is het gevolg, waarmee de theekoepel blijkt te worden gered van instorting. De steunpalen worden na vijftig jaar weer onder het dak geplaatst en er wordt een kelderverdieping met nieuwe in- en uitgang toegevoegd; hierin bevinden zich thans de slaap-, was- en kookgelegenheid.

Er ontstaat in het buitengebied van Zwolle – de stad is inmiddels sterk uitgebreid, maar gelukkig wordt er nog een groene long in de richting van de IJssel in stand gehouden – een prachtig gelegen vakantiehuisje. Het uitzicht op de waterpartijen, de bosjes, de wei en het daar achterliggende natuurgebied is een verrassing op zich. In omgekeerde richting is het een aardige blikvanger, als men in het Spoolder Bos, of in het natuurgebiedje van de waterleiding maatschappij Vitens loopt.